Dit is een veelgehoorde vraag: deelnemers meten via de Nitraatapp soms nauwelijks nitraatuitspoeling, maar horen via het waterschap dat er veel nitraatuitspoeling is gevonden. Hoe zit dat? Over het algemeen meet het waterschap vooral in grotere waterlopen, waarbij niet meer te achterhalen is van welke bron of van welk perceel het gemeten nitraat afkomstig is.
Nitraatconcentraties meten is lastig en metingen – ook op korte afstand van elkaar – kunnen sterk verschillen. Zelfs binnen één perceel zien we soms grote verschillen in uitspoeling. Wel is het zo dat als je veel meet op heel veel plekken er patronen ontstaan.
René Rietra, onderzoeker Wageningen Environmental Research legt uit hoe dat kan komen:
- Een deel van de variatie is te verklaren doordat nitraat vrijkomt na afbraak van mest tot ammonium dat weer wordt omgezet in nitraat. De nitraat wordt opgenomen door het gewas of spoelt uit en dat is afhankelijk van de periode in het jaar en neerslag op dat moment. Daardoor ontstaan sterk variërende nitraatconcentraties gedurende het jaar.
- Variatie kan ontstaan doordat nitraat wordt afgebroken als er geen zuurstof, maar wel OS is.
- Er kan ook sprake zijn binnen een perceel: maar hoe meer metingen hoe nauwkeuriger het gemiddelde wordt.