Bij tweedejaars VKO-deelnemer Jan-Bart Wessels uit Notter is een bedrijfsbodem en -waterplan opgesteld. De uitkomsten van het plan gebruikt hij zelf voor zijn bedrijfsvoering en worden in de studiegroepbijeenkomst besproken. Op deze manier kunnen ook andere deelnemers er hun voordeel mee doen.
Je kunt de grondkwaliteit verbeteren als je de oorzaak van problemen kent. Daarom keek Jan-Bart Wessels in het kader van Vruchtbare Kringloop Overijssel (VKO) samen met specialist Jan van Berkum van Aequator naar de percelen waar hij problemen ervaart. De melkveehouder uit Notter heeft een perceel dat hij wil beweiden. Dat is tot nu toe niet mogelijk, omdat er vaak water op blijft staan. “Dan vraag je je af wat goede acties zijn en op welk moment je moet handelen,” zegt Jan-Bart.
Voor het plan wordt onderzocht hoe de bodemopbouw van de percelen is. Aequator bestudeert de bodem- en hoogtekaarten en tijdens het veldbezoek wordt intensief geboord en gegraven. “Het is interessant om dat met een specialist te bekijken en zo meer kennis van je eigen grond te krijgen. Op school heb ik wel het minimale hierover gehad maar meer ook niet,” vertelt Wessels.
Maatregelen
Op één perceel bevindt zich een 40 tot 50 cm dikke humusarme en gemengde zandlaag op veen. Deze bovengrond is ondiep beworteld en is vast en blauwig. Dat wijst op zuurstofarme grond. De laag is dichtgeslibd door meerdere oorzaken zoals klink, zetting, berijden onder natte omstandigheden, verdichting, wateroverlast en omdat er nauwelijks bodemleven meer is.
“Door weinig ruimte voor opvang van water, is de grond snel verzadigd,” legt Wessels uit. Hij krijgt het advies om de grond te mengen tot een diepte van ongeveer 60 centimeter en eventueel drainage aan te leggen. Uit het bodemonderzoek blijkt verder dat er in een stuk grond van 10 bij 10 meter leem zit vanaf 25 centimeter diepte. “Die laag moet worden doorbroken en royaal opgemengd met leemarm zand om een betere ontwatering te krijgen,” adviseert Van Berkum.
Een ander probleem waar Wessels tegenaan loopt, is een hoge en verdroogde kop. Er is slechts 10 cm bouwvoor met daaronder puur geel zand dat niets vasthoudt. “De specialist vertelde me dat het een kwestie van een lange adem is om deze bodem te verbeteren,” zegt Wessels. “Door in het najaar vaste mest toe te dienen, krijgt de grond een verbeterde organisch stofgehalte en kan de grond daardoor beter water vasthouden.”
Bedrijfsbodem en -waterplan
In het jaarprogramma van tweedejaars VKO-deelnemers is een studiegroepbijeenkomst bedrijfsbodem en -waterplan opgenomen. Voor één deelnemer uit de groep wordt zo’n plan opgesteld. Het plan is gericht op het verbeteren van het bodemrendement door bijvoorbeeld aanpassingen in bewerking, bemesting en teelt en watermanagement. Denk aan maatregelen als peilgestuurde drainage, boerenstuwen, ander bodembeheer en de teelt van andere gewassen. Alle bevindingen in het plan worden vervolgens ,in combinatie met een veldbezoek, in de studiegroep besproken. Andere deelnemers krijgen op deze manier ook handvatten voor toepassing in de eigen bedrijfsvoering.