In de laatste verdiepingsbijeenkomst die in december plaatsvond, pakten de studiegroepen het thema bemesting bij de kop. Het doel van de bijeenkomst was om deelnemers handvatten te geven om aan de slag te gaan met optimale bemesting op grasland en maisland. Wat was de belangrijkste boodschap en wat waren de meest gestelde vragen van deelnemers? Groepsbegeleider Gerard Abbink vat samen.

Hoe kun je optimaal bemesten? Over die vraag dachten deelnemers samen met een deskundige groepsbegeleider na tijdens de laatste bijeenkomsten. Deskundige Gerard Abbink, die zes groepen begeleidde, maakt graag de vergelijking tussen bemesten en koeien voeren. “Niet iedere koe krijgt dezelfde krachtvoergift. Dit stem je af op de koe en het productieniveau. Bij bemesting werkt dat net zo, je moet per perceel kijken waar het om vraagt en daar stem je je bemestingsplan op af.”

Belangrijke lessen uit de bijeenkomst:

  • De vruchtbaarheid van de bodem bepaalt hoeveel bemesting je op het land kunt brengen zonder dat er uitspoeling plaatsvindt. Bodemvruchtbaarheid en bemesting gaan dus hand in hand. Percelen met een hoger dan gemiddelde opbrengst moeten ook meer bemest worden.
  • Het PH-gehalte en het organisch stof gehalte van de bodem moeten voldoende hoog zijn. Dan heeft de bodem meer vermogen om voedingsstoffen vast te houden waardoor meer mineralen beschikbaar zijn voor de plant.
  • Het is belangrijk dat je weet wat je op je land brengt. Niet alleen hoeveel kuub, maar ook wat er in zit. Om dat te weten kun je een mestmonster nemen.
  • Ieder bedrijf is anders en een bemestingsplan moet dan ook altijd persoonlijk zijn. Maar voor iedereen is er winst te behalen als je er mee aan de slag gaat.
  • Berekenen hoeveel mest er überhaupt te verdelen is, is misschien nog wel het aller belangrijkste. Bedrijven die veel moeten afvoeren en beperkt opslag hebben, hebben soms niet altijd de hoeveelheid drijfmest beschikbaar die ze eigenlijk in het voorjaar nodig zouden hebben.

Veelgestelde vragen
Abbink kreeg in zijn groepen vooral vragen van deelnemers over de zin en onzin van toevoegmiddelen in de mest en over de verschillen tussen kunstmestsoorten. Wat heeft wel zin, wat zijn de verschillen tussen verschillende soorten, hoe werkt het? Hij raadt alleen het toevoegen van water bij de mest aan. “In al die jaren ben ik nog nooit een ander middel tegengekomen dat echt resultaten biedt. Maar door water bij de mest te doen vergroot je de benutting, vooral op een zomerdag.”

Aan de slag
De kernboodschap van de bemestingsbijeenkomst was eenvoudig: ga aan de slag. Abbink: “Je kunt zeggen dat je afhankelijk bent van het weer en achterover leunen, maar iedereen heeft hetzelfde weer. Toch is er een enorm verschil in de opbrengsten van het land tussen verschillende ondernemers. Dat verschil komt niet uit de lucht vallen. Door bewust te bemesten, boek je winst. Maak een plan!”