Een gezonde groei van jongvee wordt gerealiseerd door voldoende voedingsstoffen uit voer. “Bevat het ruwvoer dit niet, dan staat de boer voor twee keuzes: het ruwvoer aanvullen met krachtvoer OF meer aandacht voor een goedwerkende bodem”, aldus Gerrit Hegen, De Boerenveearts.

Samen met Rob Huinink, agrarisch coach, is Hegen op bezoek geweest bij jongvee opfokker Henk Grotenhuijs. Hobbymatig fokt hij 50 tot 55 kalveren vanaf 3 weken oud op tot het moment dat ze drachtig zijn en klaar voor export. “Voor de export werken houdt in dat je aan de kosten kant dingen probeert te beperken”, geeft Grotenhuijs aan. “Vanwege kostenoverweging en de wat gedateerde huisvesting proberen wij zoveel mogelijk weidegang toe te passen. Dit maakt de balans in relatie tussen bodem en de gezondheid van het vee voor ons van groot belang”, aldus Grotenhuijs. Naast het bezoek aan Grotenhuijs geeft Hegen ons ook 5 praktische tips voor een goede balans:

1. pH-waarde in de bodem
Met de juiste pH-waarde stimuleer je het bodemleven, mineralen worden beter vastgehouden en komen beter beschikbaar voor de plant. Zo krijg je meer voedingswaarde in het gras. Daarnaast is er minder uitspoeling van o.a. stikstof uit drijfmest en kunstmest naar het grondwater. Is de pH-waarde te laag? Bekalk het land om het weer recht te trekken.

2. Besteed aandacht aan grasland
Bij droogte gaan goede grassen dood en ontstaat een holle stand in het gras. Ongewenste grassen en onkruiden krijgen hierdoor de kans om op te komen. Door onder gunstige omstandigheden (groeizaam weer is op komst) een bewerking met de wiedeg uit te voeren verwijder je de ongewenste grassen en onkruiden en stoelen goede grassen uit. Dit, eventueel in combinatie met doorzaaien, zorgt voor een mooie grasmat met minstens 80% goede grassen.

Extra tip: als je kiest voor kruidenrijkgrasland, neem dan smalle weegbree mee in het mengsel. Dit werkt preventief op maagdarmwormen bij jongvee dat voor het eerst geweid wordt. Daarnaast helpt kruidenrijkgrasland met diep wortelende kruiden en grassen mee aan een betere bodem en minder droogtegevoeligheid. Verder krik je de voederwaarde van de kuil ermee op.

3. Maak een bemestingsplan op perceelsniveau
Bespaar op kunstmest door op basis van grondmonsteranalyse een bemestingsplan op te stellen. Hierdoor kun je op perceelniveau bemesten en heb je bij een goede stikstofvoorraad dus minder kunstmest nodig. Niet ieder perceel heeft namelijk dezelfde hoeveelheid bemesting nodig. Zo beperk je ook de uitspoeling naar het oppervlaktewater.

4. Wees kritisch op ontwormen
Het standaard ontwormen van kalveren of pinken die voor het eerst geweid worden is niet nodig. Loopt het jongvee in een perceel waar vorig jaar ook dieren hebben gelopen? Dan kun je ervanuit gaan dat het jongvee licht besmet raakt en weerstand opbouwt. Dit kun je controleren door na 5-6 weken een verzamelmonster van verse mest te nemen en te laten onderzoeken door de dierenartspraktijk. Zitten daar weinig wormeieren in, kies er dan voor om geen wormbehandeling toe te passen. Mochten er veel wormeieren in zitten, ontworm dan de dieren en weid ze daarna op etgroen. Eventueel kun je bij opstallen aan de hand van een bloedmonster vaststellen of een opstalbehandeling tegen wormen nodig is.

5. Corrigeren graskuil
Een analyse van de graskuil (voederwaarde en minerale samenstelling) en een rantsoenberekening is nodig om te besluiten of een aanvulling met krachtvoer nodig is. Dit zal veelal in de vorm van een eiwitcorrectie, of een mineralenaanvulling gebeuren om een goede groei (zonder vervetting), skeletontwikkeling en weerbaarheid van het jongvee te waarborgen.

Leerzame lessen
Grotenhuijs: “Voor ons was het bezoek van Hegen zeker van toegevoegde waarde. Als tip kregen wij mee om gerichter te voeren bij de kalveren en kwamen we erachter dat we op het gebied ontwormen al op de goede weg zijn, maar toch meer de opgebouwde weerstand moeten nastreven. Het zijn praktische tips waar je toch over na gaat denken en bekijkt of het bij ons op het bedrijf past.”