Of je nu veehouder, akkerbouwer of vaste plantenkweker bent. Iedere bodem heeft te maken met aaltjes. Zo zitten er al snel 40 tot 50 verschillende soorten aaltjes, bepaald door de grondsoort en de gewassen, in een perceel. De meeste aaltjes kunnen geen kwaad en zijn zelfs positief voor teelten. “Door de biologie van aaltjes te begrijpen, kom je erachter hoe je het beste met de aaltjes samenleeft en een goede landbouwproductie tot stand kunt brengen”, vertelt Leendert Molendijk, onderzoeker op het gebied van aaltjes bij de WUR.

Aaltjesplaag in laurier- en conifeerteelt

Bij André Hendriks, eigenaar van Kwekerij Collendoorn uit Hardenberg, liep een gedeelte van zijn laurierteelt achter in groei. Vanuit een onderzoek en eigen interesse liet Hendriks een aaltjesmonster nemen in zijn laurier- en conifeerteelt. Een slechte groei kon wel eens als oorzaak aaltjes hebben. ”Dit was ook terug te zien de monsteruitslag. Hieruit blijkt dat een groot aantal Paratrichodorus pachydermus, Trychodorus spp ook wel vrijlevend wortelaaltje, in de bodem zit”, vertelt Hendriks.

Grote aantallen aaltjes niet direct schadelijk

Al eerder nam Hendriks maatregelen tegen een ander soort aaltje, namelijk het wortellesieaaltje, Pratylenchus penetrans. Zo teelt hij 1 op 4 tagetes, ook wel het Afrikaantje genoemd. Dit is een sterk wortelende plant dat het wortellesieaaltje actief doodt. “Een nadeel is dat het Afrikaantje geen dodend effect heeft op het vrijlevend wortelaaltje en dat dit aaltje zich zelfs goed kan vermeerderen”, geeft Molendijk aan. Dit hoeft niet direct de oorzaak te zijn van de verminderde groei volgens Molendijk. Navraag leert nu dat er in de partij plantgoed al problemen waren.

Opzoek naar mogelijke oplossing

Hendriks: “Er is niet veel bekend over het tegengaan van het vrijlevend wortelaaltje in boomteelt. De vraag leeft dan ook welke natuurlijke aanpakker hiervoor geschikt is.” Samen met Molendijk is Hendriks opzoek gegaan naar een mogelijke natuurlijke oplossing. “Het inzaaien van een strook Phacelia als groenbemester zou een goede optie zijn. Door het Afrikaantje is het wortellesieaaltje al sterk teruggedrongen en op Phacelia vermeerdert het vrijlevend wortelaaltje slecht”, vertelt Molendijk.

Zelf onderzoeken of iets werkt

Dit is dan ook wat Hendriks volgend jaar gaat toepassen om te onderzoeken of dit voor hem werkt. “Naast een strook Afrikaantjes zaai ik ook een strook Phacelia in. Op deze manier kan ik de twee teelten vergelijken.” De teelt van Afrikaantjes vergt wat meer aandacht. De ondergrond moet onkruid vrij zijn, waarvoor chemie gebruikt wordt. “Phacelia groeit sneller dan onkruid, waardoor logischerwijs het onkruid zou stikken. Dit scheelt in chemie en is ook nog eens een goede organische stof leverancier”, aldus Hendriks. Molendijk waardeert het dat Hendriks een strook Phacelia probeert: “Omdat nog maar weinig bekend is over aaltjes in boomteelt, is dit onderzoek van grote meerwaarde.”

Hoe samenleven met aaltjes als melkveehouder of akkerbouwer?

Voor akkerbouwers en melkveehouders is meer onderzoek gedaan op het gebied van aaltjes. “In veel gevallen stemt een akkerbouwer zijn bouwplan af op een aaltjesonderzoek. Door de juiste groenbemester te zaaien kan veel schade voorkomen worden. Naast akkerbouwers kunnen melkveehouders ook last hebben van aaltjes”, vertelt Molendijk. “Groeit een perceel mais niet goed of zie je kale plekken in het grasland? Controleer eens op aaltjes en kijk wat jij kunt doen. De website www.aaltjesschema.nl kan je hierbij helpen.”