Op 4 en 9 april was het zover. De eerste bijeenkomsten van de twee kennisgroepen Melk & Klimaat van Vruchtbare Kringloop Overijssel. Deze vonden plaats in Bathmen onder leiding van kennisgroepsbegeleider Gerrit Bossink. De middagen stonden in het teken van de carbon footprint van de zuivelproductie van de deelnemende bedrijven.
“De twee kennisgroepen zijn twee gevarieerde groepen met VKO-deelnemers die veel van elkaar kunnen leren,” vertelt Bossink. “Enkele deelnemers hebben bij de start van deze kennisgroep de uiteindelijke doelstelling voor de agrarische sector al gehaald. ”
Ter kennismaking delen alle deelnemers hun verwachtingen en vertellen iets over hun eigen bedrijf aan de hand van de berekende carbon footprint, die gebaseerd is op cijfers afkomstig uit de klimaatmodule van de KringloopWijzer. Het is even door de cijfers heen spitten, maar dan is meteen duidelijk waar iedereen staat om het daarna praktisch te kunnen maken. “Het is geen wedstrijd van beste cijfers, maar het gaat erom dat we wat leren en stappen maken. Dan kunnen we dat ook naar buiten toe laten zien,” legt Bossink uit.
Doelstelling voor 2020
De kennisgroepsdeelnemers gaan voor minder broeikasgassenuitstoot van koolstofdioxide, methaan en lachgas. De totale uitstoot wordt berekend als de carbon footprint. Het kerngetal voor de carbon footprint in de melkveehouderij is CO2-equivalenten per kg melk. Het is opgebouwd uit de onderdelen pensvertering, bemesting, mestopslag en aankopen (van voer, kunstmest en energie). Het totale sectorgemiddelde was 1208 gram CO2 -equivalenten per kg melk in 2016. Naar verwachting zal dit jaar het cijfer dalen naar 1150 gram door een efficiëntere manier van werken. Doelstelling voor 2020 is een sectorgemiddelde van 1020 gram en voor deze pilotgroepen streven we naar 1000 gram.
In de groep rijst meteen de vraag aan wie de CO2 uitstoot van mestafzet wordt toegerekend. Deelnemer Erik Wessels doet uit pure nieuwsgierigheid mee. “Het daagt me uit. Wat is haalbaar?” Maar bij ingrijpende veranderingen zal er voor Wessels wel boter bij de vis moeten komen. “We steken onze nek uit, maar de kosten moeten wel gedekt kunnen worden.”
CO2 terugbrengen op het bedrijf
Om de carbon footprint naar beneden te brengen is als hulpmiddel een zogenaamde mitigatietool gemaakt. Bossink gebruikt deze tool om een bedrijfsspecifieke berekening te maken voor alle deelnemers. Dit overzicht maakt inzichtelijk hoeveel punten je kan zakken als je met het specifieke onderdeel aan de slag gaat. Veel is te bereiken door de efficiëntie te verbeteren. In de tabel enkele indicatieve resultaten.
De deelnemende melkveehouders gaven onderling tips om met specifieke maatregelen aan de slag te gaan. De voorbeeldmaatregelen uit de migitatietool zijn ook door de deelnemers genoemd. Bijvoorbeeld minder jongvee, een betere benutting en hogere VEM. In de pilot wordt dit bedrijfsspecifiek uitgewerkt.
Rekenregels
Het is nog afwachten met welke rekenregels voor de carbon footprint uiteindelijk wordt gewerkt. De wens is om in heel Europa met dezelfde regels te werken voor een eenduidig verhaal. De Europese Unie werkt aan een richtlijn. Dit zal op de huidige berekeningen slechts van geringe invloed zijn.
Melk & Klimaat
De VKO-kennisgroepen worden gefinancierd door FrieslandCampina en komen vier keer bij elkaar. De deelnemers gaan aan de slag met bedrijfsspecifieke maatregelen om de uitstoot van de broeikasgassen koolstofdioxide, methaan en lachgas te verminderen. Voor deze bedrijven wordt de startsituatie vastgesteld en worden op maat gesneden verbeterplannen gemaakt. Het uiteindelijke doel is klimaatneutrale bedrijfsgroei.