De landbouw moet in 2020 ten opzichte van 2005 30 procent minder broeikasgassen uitstoten. Wat is hierin de rol die methaan- en lachgas spelen en wat kunnen boeren doen om deze emissies naar beneden te brengen? LTO Noord afdeling Zuid Twente liet dit onderzoeken door studenten van Wageningen University & Research.
‘Het onderzoek is een eerste aanzet voor de LTO-vakgroep melkveehouderij om dit onderwerp op te pakken. Daar is behoefte aan’, zegt voorzitter Arjan Bonthuis van LTO Noord afdeling Zuid Twente. Na de fosfaatdiscussie kijkt Bonthuis verder vooruit. ‘Wat komt er nog meer op de sector af? Dat zijn de klimaatdoelstellingen in Europa en de opgave voor boeren en tuinders zoals die is opgenomen in het regeerakkoord van Rutte III. Minder methaanuitstoot is onder andere de opdracht. Maar uit verschillende onderzoeken, waaronder EU-onderzoek, blijkt dat de Nederlandse veehouderij mondiaal het beste presteert op dat vlak. Hoe gaan we de discussie hierover tackelen? Als sector moeten we een antwoord hebben. We moeten voorbereid zijn op wat op ons afkomt.’
LTO Noord afdeling Zuid Twente beoogt met het onderzoek boeren te informeren, hen voor te bereiden op toekomstige beleidsaanpassingen en perspectief te bieden. Via de Groene Kennispoort Twente, het netwerk voor innovatieve gebiedsontwikkeling in Twente, werden de studenten door de LTO Noord-afdeling gevraagd ‘in het onderwerp te duiken’.
Efficiënter
Student Laurine Hetterscheid gaat in op de reductie van broeikasgassen in de periode 1990-2015. In de melkveehouderij is in die periode niet veel bereikt in het verminderen van de emissie van methaan, maar de sector is wel een stuk efficiënter geworden. Bij lachgas, waarbij kunstmest de grootste bron is van lachgasemissies, wist de landbouw ten opzichte van 1990 een reductie te bereiken van 40 procent. ‘De uitstoot van het totaal aan emissies van broeikasgassen ligt op 1,2 kilo per kilo melk’, zegt de student. ‘Die moet naar beneden.’ Pensfermentatie van met name melkkoeien draagt voor het grootste deel bij aan de methaanuitstoot, gevolgd door mestmanagement.
De Nederlandse wetgeving kent nog geen regelgeving over methaan- en lachgas. In het regeerakkoord is dit ook niet opgenomen. ‘Er wordt verwacht dat de zuivelsector het op gaat lossen’, zegt Hetterscheid.
Wat de boer zelf kan doen
Student Jur Eekelder vertelt wat de boer zelf kan doen om emissies te verlagen. Hij benoemt een aantal opties om de methaanuitstoot te verlagen: efficiënter produceren, kijken welke elementen en voeradditieven in het voerspoor een rol kunnen spelen en diverse mogelijkheden voor mestmanagement, zoals mest vergisten, verzuren en composteren en aanpassen van de stal.
Het verlagen van de emissie van lachgas, dat voornamelijk uit de bodem komt, kan onder andere worden bereikt door precisiebemesting, het gebruik van vlinderbloemigen, koolstofvastlegging in de bodem en niet-kerende grondbewerking toe te passen.
Ook benoemt Eekelder het sturen van het waterpeil bij veengronden, die heel gevoelig zijn voor emissie en goed watermanagement, bijvoorbeeld afspoeling van het land voorkomen. ‘Deze maatregelen zie je nog niet terug in de jaarlijkse rapporten, een punt voor LTO’, zegt hij.
Stimuleer koplopers
Volgens de studenten is bedrijfsefficiency de voordeligste optie om iets te bereiken in het terugbrengen van emissies. ‘Stimuleer de koplopers’ is het advies en ook: ‘Er zijn grote verbeteringen te bereiken op slechter presterende bedrijven’. Daar wordt op gereageerd: ‘Goed scorende bedrijven zouden hun kennis kunnen delen, bijvoorbeeld via het project ‘Vruchtbare Kringloop’.’ Ook adviseren de studenten financiële ondersteuning te creëren voor boeren en bij nieuwe stalconcepten rekening te houden met emissies.
Alles wat de sector bereikt, moet meegaan in cijfers van het RIVM en moet te controleren zijn. Dit is volgens de studenten een belangrijk criterium als de sector bezig gaat met emissies verlagen.
Bron: LTO Noord,