Gerjan Hilhorst van Wageningen UR en VKO-deelnemer Bram Egberts deelden beurtelings behaalde resultaten tijdens de regiobijeenkomst op 19 februari. Hilhorst analyseerde een set van 186 KringloopWijzers van 2014 – 2016. Daaruit blijkt dat de deelnemers  per hectare meer  melk zijn gaan  produceren en het  aandeel voer van eigen land gelijk is gebleven. Egberts deelde op een eerlijke en open wijze de succesvolle resultaten van zijn eigen bedrijf.

Bram Egberts uit Hoge Hexel is deelnemer van zowel VKO als Boeren voor Drinkwater. Zijn melkveebedrijf met 85 koeien ligt op een kleine driehonderd meter van het  Natura 2000-gebied het Wierdense veld. Vanaf 2010 vult Egberts al de KringloopWijzer in. Daarmee heeft hij vooruitgang geboekt. De mogelijkheid tot verbetering is er volgens hem voor iedereen. Wel ziet de deelnemer zijn inzet graag uitbetaald in extra ontwikkelingsruimte. “Dat kan alleen als we er met z’n allen de schouders onder zetten.”

Stikstof

Door verlaging van het stikstofbodemoverschot is het risico op uitspoeling van nitraat kleiner. Een laag bodemoverschot is vooral belangrijk onder maisperceel op zandgrond. Afhankelijk van grondsoort en gewas heeft elk bedrijf een norm voor het maximaal toelaatbaar bodemoverschot. Gemiddeld over drie jaar voldoet 51% van de zandbedrijven aan deze norm. De klei en veen bedrijven voldoen allemaal aan de norm. In 2014 voldeden meer bedrijven aan de norm dan in de andere jaren. Door het groeizame jaar is er veel gewas geoogst en dat resulteert in een laag bodemoverschot. Niet de intensiteit van een bedrijf bepaalt het overschot, maar het management.

Het stikstofbodemoverschot bij Egberts is in drie jaar tijd gedaald van 93 kg/N per ha naar 2. De DS opbrengst van gras is gestegen van 11,6 ton per ha naar 14,6 en bij mais van 12,2 naar 17,3.

Fosfaat

Het aandeel bedrijven met fosfaattekort stijgt. Dat betekent dat er fosfaat uit de bodemreserve wordt gehaald. Door verlaging van fosfaatexcretie is er minder fosfaatmeststof beschikbaar. De mestafvoer wordt bepaald door de stikstofgebruiksnorm waardoor er meer fosfaat afgevoerd wordt dan noodzakelijk. Hierdoor kan ruim de helft van de bedrijven geen fosfaat evenwichtsbemesting realiseren. Voor dit evenwicht is een gemiddelde stikstofnorm van 273 kg/ha dierlijke mest nodig. Dan is de fosfaatbemesting in evenwicht met de fosfaatonttrekking.

Methaan

Uit de analyse van de resultaten van drie jaar VKO blijkt dat er minder broeikasgassen zijn uitgestoten. Dat komt door het aanhouden van minder jongvee en de hogere melkproductie per koe. Bijna de helft van de  broeikasgasemissie bestaat uit methaan. Sturen op verhoging van de voerefficiëntie verlaagt de methaanemissie. Ondanks de toename van intensiteit is er geen toename van emissie bij de voeraankoop te zien. De extra melk wordt met voer van eigen land geproduceerd.

Voerwinst

Uit berekeningen van Countus blijkt dat de voerwinst per ha 400 euro kan verschillen van het gemiddelde. De specifieke cijfers van voor zijn eigen bedrijf vielen Egberts tegen. “We zitten onder het gemiddelde. Door de cijfers zijn we even op ons nummer gezet. We voeren redelijk wat krachtvoer, terwijl we goed ruwvoer achter de schuur hebben liggen. ”Egberts wijst zijn collega-melkveehouders er daarom op dat het nodig is om te weten wat je eigen middelen zijn en hoe je die zo goed mogelijk kunt benutten.

Maatregelen

Om tot de succesvolle resultaten te komen, heeft Egberts meerdere maatregelen toegepast op gebied van bemesting, teelt en voeding.

Bemesting

Wat betreft de bemesting heeft Egberts de mest laten bemonsteren te weten wat er wordt bemest.” De sponsfunctie van bouwvoor moet je voeden.” Daarnaast liet hij de eerste snede Novurea met zwavel door een loonwerker toedienen en brengt hij zelf een latere snede KAS op het land. Verder geeft de deelnemer minder kunstmest in het tweede deel van seizoen en brengt hij meer drijfmest naar grasland en minder naar maisland. De mais op scheurgrond krijgt dit jaar voor het eerst geen drijfmest. “Soms durf je niet zo goed, maar later denk je: Dat had ik eerder moeten doen. “

Teelt

Egberts heeft 5 ha in rotatie met akkerbouwers. Het huisperceel laat hij zo lang mogelijk grasland. Daarnaast teelt hij grasklaver, wat hem extra opbrengst geeft. Alleen bij kweek wordt glyfosaat gebruikt. Hij gaat in het voorjaar wiedeggen en laat maisland spitten in plaats van ploegen.

Voeding

Strak op de norm voeren is aan Egberts wel besteed. Hij heeft het eiwit 5 tot 10 % onder de norm gebracht. Zijn rantsoen had een laag gehalte fosfaat. De VKO-deelnemer kreeg de indruk dat het problemen gaf met de vruchtbaarheid van zijn vee. Daarom voerde hij calciumfosfaat bij en dat lijkt de situatie te verbeteren. “Soms lijkt een maatregel mooi, maar heeft het ook een nadelig effect. Ik vind het belangrijk om dat ook te delen.”