Maar liefst 18 boeren in Overijssel zijn in de prijzen gevallen met het invullen van de enquête over het onderwerken van vanggewas. In de enquête kon je aangeven of je kans wilde maken op een grondbewerking die in het teken staat van het chemievrij onderwerken van het vanggewas. De prijswinnaars zijn inmiddels aan de slag gegaan.
Samen met andere deelnemers binnen het project ‘IPM Glyfosaat’ gaan de winnaars aan de slag met de zoektocht naar én toepassing van alternatieven voor het gebruik van glyfosaat. Zowel bij graslandbeheer als bij het onderwerken van vanggewas. De resultaten zorgen voor handvatten voor boeren hoe ze zonder chemie aan de slag kunnen gaan.
Onderwerken en eerste bijeenkomst
Het vanggewas is ondergewerkt en de kennisgroep is ondertussen bij elkaar gekomen. Tijdens de eerste bijeenkomst is besproken hoe het vanggewas is ondergewerkt en waarom. Zo is gebruik gemaakt van onder andere een schijveneg, mulch en een frees om het verschil inzichtelijk te maken (bekijk onderstaande video). Ook is er gediscussieerd over verschillende stellingen. Maken boeren bijvoorbeeld van te voren keuzes om de kans te verkleinen dat vanggewas doodgespoten moet worden? En wordt er meer gebruikgemaakt van herbiciden wanneer vooraf niet doodgespoten wordt? “De stellingen wakkerden een discussie aan met veel leerzame en verhelderende punten”, geeft projectleider Tamar de Jager aan.
Het project IPM Glyfosaat
Binnen het project ‘IPM Glyfosaat’ wordt in regionale praktijknetwerkgroepen met boeren gezocht naar haalbare en betaalbare alternatieven voor het volvelds gebruik van glyfosaat in groenbemesters, vanggewassen en gras. Denk daarbij aan de meest effectieve manier van machinaal onderwerken, maar ook de keuze van groenbemesters, graslandonderhoud en monitoring en beheersing van de onkruiddruk. Het project ‘IPM Glyfosaat’ is onder andere gefinancierd door het ministerie van LNV en vanuit het LTO Noord Innovatiefonds.
Interesse in het project? Neem contact op met Tamar de Jager via tdjager@ltonoord.nl